DE DERDE ETAPPE

In de late namiddag starten we nog met de derde etappe. Parijs ligt inderdaad in een put. Het is een gestaag lange klim, doorprikt met stoplichten. Met de avondzon in het gezicht kruipen we uit de put. We bezoeken nog een bar-tabac om ons vochtgehalte op peil te houden en rijden dan naar ons verblijf. Luc heeft acht bedjes geboekt in een schitterende vierkantshoeve die tevens geitenboerderij is. Het is vooral een ruim verblijf. We zitten tot lang buiten en krijgen onze was vlot droog. We hebben een fantastische avond, met geitenkaas, sla, cider en ijscrème. ’s Anderendaags zitten we nagenoeg direct terug op het parcour. We vertrekken direct met vlotte klimmen. We fietsen door de champagnestreek, langs pittoreske kleine baantjes. Het enige wat ik kan denken is constant, wat is het hier schoon. Het viel ons al een tijdje op, dat er regelmatig glasscherven op de fietspaden lagen. Net voor Brasles slaagt Dany er dan ook in om plat te vallen. Niettegenstaande hij met marathons rijdt, is het glas er toch door geraakt. Ik ben blij dat ik mijn reis-voetpomp eindelijk kan demonstreren. Ondertussen doet de rest inkopen en hebben we geen tijd verloren. Gaandeweg hebben we onze strategie ook wat aangepast. Bar-tabac’s bij het binnenkomen of buitenrijden van steden zijn veelal heel vroeg en tevens laat open. Je kan er naast eten en drinken dikwijls ook wat snoepgoed kopen om mee te nemen. En….! Ze zien ons graag komen. Net voor Reims leggen we nog een stopplaats vast en nemen een Picon als aperitief. Direct daarna is er een lange straffe klim. Kris voelt dat het goed zit en vertrekt. Dany, Marc en ik kunnen het niet laten en zetten de achtervolging in. Niettegenstaande de vroege start, slagen we er niet in hem te verslaan. Maar we hebben ons weer eens kunnen uitleven. Op de middag stoppen we op een pleintje, recht over een apotheek, om terug een picknick te houden. Het is zo warm dat de buren spontaan buiten komen en ons water brengen. Ik doe met Luc boodschappen en ons eten bestaat nu vooral uit Tiramisu, rijstpap en orangettekes.  De rest van de champagnestreek is zalig glooiend. We hebben nog veel mooie klimmen en bezoeken hier en daar nog een oorlogskerkhof. Een groot Italiaans kerkhof springt er uit. Mooi onderhouden en overladen met bloemen worden hier de gesneuvelden herdacht.  We rijden naar Warmeriville en zoeken onze slaapplaats. Het is een hotel waar de tijd al lang stil staat. Na wat aandringen kunnen we ter plaatse toch nog iets drinken. Voor de verandering eten we die avond eens Italiaans. Die nacht regent het een beetje en Marc probeert de strijkplank van het hotel te gebruiken. De volgende morgen zijn we al vroeg wakker en klaar om te vertrekken. Maar eerst moet Luc nog terug op zoek gaan naar choco. Luc heeft een pluchen aap meegekregen op reis. Hij heeft deze op zijn voordrager bevestigd. Maar we hebben er een gewoonte van gemaakt om hem weg te steken. Aangezien apen in bomen klimmen…

Nagenoeg direct na de start, stoppen we reeds voor een Duits kerkhof. Het naambord is met hagel beschoten. De bezetter wordt anders herdacht. Vanuit de champagnestreek gaat het hier over naar de Franse Ardennen. Het landschap verandert constant, wordt alsmaar mooier en uitdagender. In Mont St Rémy vereeuwigen we Remi met zijn naambord. De rit wordt alsmaar mooier en we hebben ook bijna geen verkeer meer. In Vouziers op het dorpsplein leggen we terug een stop vast. Bij de  lokale slager kopen we een heel lekker broodje tonijn. Na de middag rijden we naar de regio Argonne. Varennes-en-Argonne is voor velen van ons, en vooral voor Luc, een klein beetje thuis komen. Luc verlaat ons om een paar bekenden te bezoeken. De groep rijdt verder naar het groot Amerikaans monument. Marc en Ik rijden om taart. Nadien vangen we de klim aan, met een heel grote doos eclairs en rabarbertaart op Marc zijn stoeltje, onder zijn rekker. Ik heb in mijn tassen frisdrank en een grote fles champagne. We bezoeken het monument, eten en drinken en rijden verder naar Verdun. We komen terug op een voor ons gekende locatie. Hotel Le Tigre, mooie, charmante, vergane glorie. In de jaren ’70 moet dit het van het geweest zijn. Nu is dit nostalgie. Maar het is goedkoop, proper en we hebben alles wat we nodig hebben. Frank is stevig verbrand en ik ga samen met hem op zoek naar een apotheek. Als de groep passeert, rijden we samen naar de Maas. Het is tijd voor een terrasje, pintje, entrecote en frietje. We zitten vrij ver van het hotel en blijven te lang hangen. Het weer slaat om en de hemelsluizen gaan open. Er heeft niemand een regenjasje mee. Van de eigenaar van het restaurant krijgen we vuilzakken. Enkelen staan op hun waardigheid en anderen maken een engineers raincoat (vuilzak met drie gaten). We amuseren ons als kleine kinderen. Terug een geslaagde dag.

De volgende ochtend, feliciteren we Luc met zijn verjaardag en nemen we een stil ontbijt. We maken de fietsen klaar en halen ons regenvestje alsmaar uit, om terug te steken. Net als we gaan vertrekken, valt het verdikt. Het giet water. Regenjasjes aan en trappen om ons warm te houden. We nemen de Voie Sacrée. Dit is één straat, van Verdun tot in Bar-le-Duc. Ik denk dat dit veruit de langste straat is van het ganse parcours. We volgen deze gedurende 60km. Langs de weg tellen we de kenmerkende kilometerpaaltjes met herinneringen aan WOI. In Bar-le-Duc zijn we aan het einde van de derde etappe. Het binnenrijden was een heel lange steile afdaling. Hier zit tevens een lus in het parcours. We moeten dus terug uit de put. Maar eerst zoeken we nog een goede stopplaats. We vinden een heel ruim, tof café, waar ze heel verdraagzaam zijn. Acht beslijkte, natte idioten zijn van harte welkom. We mogen overal kleren uithangen. Dweilen doen ze later wel. Jammer genoeg staat het café te koop. We moeten verder zoeken, maar eten en drinken eerst. Sommigen verkleden zich zelfs. Als we na de middag buiten komen is het weer uitgeklaard. De zon schijnt. De natte kleren worden op de tassen gebonden om te drogen en we rijden de put uit.

De derde etappe is mooi geweest. Ongeveer 340km en een 3000 hoogtemeters. En voor mij tot nu toe de mooiste etappe.

filip de bal